Het is dramatisch gesteld met de jeugdwerkloosheid in Nederland; in het
laatste kwartaal van 2009 zat 13,9 procent van de 15- tot 23-jarigen die
geen onderwijs volgen werkloos thuis. De voorspellingen is dat de
werkloosheid dit kwartaal nog meer toeneemt.
Een VVD-voorstel, dat gisteravond in de Kamer werd besproken, stelt daarom
voor een vierde wettelijke termijn in te lassen voor tijdelijke contracten.
Jongeren onder de 27 die nu tegen het einde van hun derde contract lopen,
zitten op de wipstoel: werkgevers durven wegens de crisis geen vast contract
aan, maar kunnen hun werknemers ook niet aanhouden. Volgens het wetsvoorstel
kunnen werkgevers nu vier keer een tijdelijk contract aanbieden, en zo
mogelijk de crisis overbruggen.
Meerderheid Kamer
VVD- Kamerlid Stef Blok denkt op deze manier een prangend probleem te
tackelen: "De economie begint aan te sterken, maar misschien krijgt
Nederland te maken met een tweede economische dip. Met deze maatregel houden
we jongeren aan het werk, en dat is het voornaamste. De meerderheid van de
Kamer is enthousiast."
Maar de vakbonden zijn minder gecharmeerd. Woordvoerder van de FNV, Najoua
Aachboune: "Jongeren hebben al te maken gekregen met allerlei
maatregelen; ze kunnen onder de 27 geen uitkering krijgen, en mensen onder
de 35 krijgen een kleinere compensatie volgens de kantonrechterformele. Hoe
ver moeten hun rechten worden uitgehold?"
Samenleving beter inrichten
Tijdelijke contracten hoeven geen probleem te zijn, stelt Joop Hazenberg,
schrijver van het boek Change, Hoe de Netwerkgeneratie Nederland gaat
veroveren. "Werkgevers hebben behoefte aan flexibiliteit, en de jonge
generatie kan veel beter omgaan met een gebrek aan zekerheid. Maar als we
steeds meer op tijdelijke contracten gaan werken, zoals deze wet voorstaat,
moet de samenleving wel beter ingericht worden op flexibele arbeidsvormen."
Hazenberg vindt dat flexwerkers makkelijker een hypotheek moeten kunnen
krijgen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor freelancers moet beter
betaalbaar worden
Marloes de Graaf-Zijl, onderzoeker bij het Amsterdams Instituut voor Arbeid
Studies, begrijpt de noodzaak van flexibilisering, maar vraagt zich af
waarom deze wet alleen voor jongeren geldt. "Het probleem van
ontslagbescherming ligt vooral bij oudere werknemers. Die zijn een stuk
duurder om te ontslaan, en kunnen daarom vaak moeilijk een nieuwe baan
vinden. Bovendien riekt een wet alleen voor jonge werknemers naar
leeftijdsdiscriminatie."
Effect jongerenwet
Ook arbeidseconoom Ronald Dekker denkt dat de jongerenwet weinig zoden aan de
dijk zet. "In Nederland werkt zo’n 8 procent van de werknemers met een
tijdelijk contract, daarvan werkt misschien een derde op zijn laatste
tijdelijk contract en daarvan is misschien de helft jong. We hebben het nog
niet over 2 procent van de arbeidsmarkt die zo wordt geholpen."
Toch is hij tegen uitbreiding van de wet naar de hele arbeidsmarkt. "Uiteindelijk
willen mensen een vaste aanstelling, en presteren ze beter met meer
werkzekerheid. Een vast contract moet de uitgangspositie blijven."
De Kamer stemt 16 februari over het wetsvoorstel.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl